Alpaca’s

ALPACA’S

Alpaca’s (Lama pacos) behoren tot de familie van de kameelachtigen en stammen vermoedelijk af van de vicuna (in het wild levend). Het houden en fokken van alpaca’s beleefde een hoogtepunt in de 11e en 12e eeuw onder het Inca-rijk. Later werd de zakelijke interesse in alpaca’s minder door de mijnbouw en het invoeren van andere gedomesticeerde dieren. Rond 1920 werd de belangstelling voor alpaca’s weer groter en in 1980 was de productie van wol in Peru een belangrijke economische bron. Op dit moment beschouwt Peru de alpaca als een natuurlijke rijkdom die beschermd moet worden. Er zijn nu ca. 2.5 miljoen alpaca’s in Peru,
ca. 325.000 in Bolivia en 28.000 in Chili. Buiten de Andes zijn er nog ca. 20.000 alpaca’s in de verenigde staten en verder zijn er nog in Canada, Engeland, Australië, New Zeeland, Polen, Frankrijk, Israel, Duitsland en Zwitserland.

Alpaca’s staan bekend om hun zachtaardige karakter, overvloedige fijne wol, lange nekken en oren, die typisch iets naar buiten wijzen. Hun hoofd is versierd met wol en grote sprekende ogen. Hun staart is kort en laag ingeplant, zodat het lijkt of ze een afgerond achterwerk hebben. Hun zachte voeten hebben twee tenen. De opbouw van hun voeten vormen samen met hun lichte gewicht ervoor dat ze het gras niet beschadigen. Alpaca’s hebben geen boven-voortanden. Ze pakken gras met hun gespleten bovenlip en bijten het af met hun onder-snijtanden. Ze hebben de prettige eigenschap dat ze hun ontlasting doen op bepaalde plaatsen in de wei. Hierdoor wordt het schoonhouden van de wei erg gemakkelijk.
Volwassen alpaca’s wegen 55–85 kg. en hebben een schofthoogte van 75-100 cm. Ze worden ongeveer 15 tot 20 jaar oud. Alpaca’s zijn er in 22 kleuren zoals wit, zwart en nuances van bruin, grijs, tan en fawn. Witte vlekken op gezicht, nek, benen en voeten komen vaak voor en er zijn ook bonte alpaca’s.

Er zijn 2 soorten alpaca’s , de Huacaya en de Suri (tussenvormen worden ‘Chilis’ genoemd). 90% van de populatie alpaca’s zijn Huacaya. Het verschil zit in de vachtstructuur. De Suri heeft rechte wolvezels die naar beneden hangen en de Huacaya heeft wolvezels die gekruld zijn, waardoor er een volle wolvacht ontstaat. De wol van de alpaca’s is superzacht (als mohair), sterk (3x zo sterk als schapenwol) en de wolvezels hebben een uniforme dikte.

Alpaca’s zijn echte kuddedieren en moeten dan ook minimaal met twee stuks gehouden worden. Hun zachte karakter zorgt ervoor dat ze makkelijk gehouden kunnen worden. Ze communiceren met diverse zachte geluiden en hun lichaamshouding. Het voornaamste geluid dat ze produceren is een zacht gebrom. De belangrijkste lichaamstaal wordt uitgevoerd met de oren, nek en staart.